Deel 2 – Computers aan het werk
Computers werken door een rij van opdrachten uit te voeren die voor ze zijn gemaakt. Deze serie opdrachten stellen hen in staat om informatie te sorteren, te vinden en te versturen. Om dit zo snel mogelijk te kunnen doen, moet je een computer zo goed mogelijk de opdracht geven om informatie te verzamelen uit grote hoeveelheden data.
Een algoritme is zo’n serie van opdrachten om een taak uit te voeren. Het idee van een algoritme is de basis van de computerwetenschap. Algoritmes zijn de manier waarop we computers problemen laten oplossen. Sommige algoritmes zijn sneller dan andere en veel algoritmes die zijn bedacht, maken het mogelijk om problemen op te lossen die vroeger heel veel tijd kosten of zelfs niet oplosbaar waren – bijvoorbeeld om Pi te berekenen tot een miljoen cijfers achter de komma, of om alle pagina’s te vinden op het internet waar je naam op staat, of om de beste manier te vinden om pakketjes in te pakken in een zeecontainer of je gebruikt een algoritme om uit te zoeken of enorme getallen wel of geen priemgetal zijn.
Het woord ‘algoritme’ komt van de naam van Mohammed ibn Musa Al-Khowarizmi – de naam betekent Mohammed, zoon van Moses, uit Khowarizm – hij was verbonden aan het Huis der Wijsheid in Bagdad rond het jaar 800. Een academie voor onderwijs en onderzoek. Hij bracht de rekenkunsten uit India naar de Arabische wereld en vervolgens naar Europa, waar ze in het jaar 1120 werden vertaald in het Latijn. De eerste woorden uit het schrift waren “Dixit Algorismi” – “Zo zei Algorismi”.